De dag van Anke en Maud bij Innatoss
Bloedmonsters onderzoeken op Lyme is het werk van Anke en Maud bij Innatoss. Centrifugeren, pipetteren, controleren… deze laboratoriummedewerkers weten precies wat er wanneer moet gebeuren. Hoe ziet hun werkdag eruit?
Maud Smits werkt sinds een half jaar op het lab van Innatoss. Dat lab wordt nu ook wel het Smits-lab genoemd, want Anke Smits (geen familie!) werkt daar al langer. De twee Smitsen hebben alle bloedmonsters onderzocht die afgelopen herfst en winter binnenkwamen voor screening op de ziekte van Lyme.
“In de periode dat alle deelnemers aan de Jaarlijkse Lyme Screening (JLS) bloed laten prikken, krijgen we bijna dagelijks enveloppen met monsters binnen”, vertelt Anke “Daarnaast ontvangen we veel bloedmonsters van bedrijven via pakketpost in dozen. We beginnen onze werkdag dus met het openen van de post. Omdat de monsters beperkt houdbaar zijn, moeten we er snel mee aan de gang. We trekken onze witte jassen aan en gaan aan de slag op het lab.”
Monsters koppelen aan gegevens
Maud: “Bij de monsters zitten prikformulieren die we controleren en sorteren op nummer. Vervolgens zetten we ook de buisjes met bloed op volgorde. Dat komt allemaal nauw, want we moeten ervoor zorgen dat we de juiste gegevens aan het juiste monster koppelen. De antwoorden van de formulieren zetten we in de computer.”
Centrifugeren
De bloedbuisjes gaan vervolgens in de centrifuge om de rode bloedcellen te scheiden van het serum. Met een klein deel van het serum doen Anke en Maud daarna de ELISA-proef. Dat is de proef die aantoont of bloed antistoffen tegen de ziekte van Lyme bevat. De rest van het serum verdwijnt in de vriezer.
De test in het kort
Hoe zo’n test gaat? Anke geeft in sneltreinvaart uitleg: “Op speciale platen met 96 ‘welletjes’ (ingebouwde buisjes) testen we een lading monsters tegelijk. We verdunnen elk monster en doen dat in een welletje. Daardoor maakt het monster contact met de plaat, die gecoat is met antigeen voor Lyme. Als het monster antistoffen voor Lyme bevat, ‘binden’ die aan de plaat.”
“Daarna voegen we een stofje toe waardoor een kleurreactie ontstaat. Hoe intenser de kleur, hoe meer antistoffen er in het monster zitten. We meten de kleurintensiteit, en berekenen vervolgens hoeveel antistoffen een monster bevat. Ik sla nu een boel stappen over, maar hier komt het grofweg op neer.”
Testen als een team
In rustige tijden verzamelen Anke en Maud eerst voldoende monsters voordat ze een test gaan doen. Want een test kost gemiddeld al gauw zo’n 2 tot 2,5 uur tijd. Maud: “Maar als de JLS op stoom is, doen we ’s morgens én ’s middags een testronde. En dan werken we aan meerdere platen tegelijk. Dan doen we dus honderden tests op een dag. Dat is keihard doorwerken.”
Anke en Maud werken als een team. “Sommige stappen móet je met z’n tweeën doen”, legt Anke uit. “We hebben bijvoorbeeld een pipetteerrobot om het serum uit een bloedbuis te verdelen in verschillende kleinere buisjes. Maar als we die gebruiken moet de ander altijd even controleren of alle bloedbuisjes wel in de juiste volgorde staan. Ook als we bloedmonsters in de plaat met welletjes pipetteren, controleren we elkaars werk.”
Afwisselend werk
“Alle verschillende stappen maken ons werk heel afwisselend”, vindt Maud, die er niet aan zou moeten denken om alleen computerwerk te doen. “Ik dóe graag dingen.” Anke vult aan: “Maar het is werk waar je je hoofd wel altijd bij moet houden. En omdat je steeds weer te maken krijgt met nieuwe tests, nieuwe apparaten en nieuwe inzichten, wordt het nooit routinematig. Je blijft bijleren.”
Opruimen, schoonmaken en spullen bestellen hoort ook bij het werk van Anke en Maud. Dat doen ze tussen het testen door. “Zeker in de JLS-tijd zitten onze dagen tjokvol”, vertelt Anke. “Soms duurt de werkdag dan iets langer, maar het geeft een goed gevoel als we alles af krijgen. En wat ik belangrijk vind, is dat het zinvol werk is. Ook al hebben we geen contact met de mensen die hun bloed laten testen, we helpen ze wel. Dat is toch een mooie gedachte?”