Chronische Q-koorts van een zee- of sledehond, je zal het maar hebben
Q-koorts door een zeehond?! In Nederland kennen we Q-koorts vooral van de geiten. De epidemie tussen 2007 en 2011 had grote gevolgen voor veel mensen die besmet werden. Er zijn zelfs minimaal 74 doden door gevallen. Maar dat er meer dieren zijn die de ziekte kunnen overdragen, is redelijk onbekend. Zo leven er in het oosten van Groenland geen geiten. Ook geen schapen of koeien. Zelfs rauwe melk, waardoor Q-koorts ook veroorzaakt kan worden, is in dit gedeelte van Groenland niet te vinden. Toch werd daar een patiënt met Q-koorts ontdekt.
Q-koorts in een uithoek
In 2008 werd er bij de patiënt, een 40-jarige man uit Isortoq in het oosten van Groenland, endocarditis (een ontsteking van de binnenbekleding van het hart en de hartkleppen) vastgesteld, waardoor zijn hartkleppen vervangen moesten worden. Onderdeel van de standaardprocedure is dat een monster van de hartkleppen wordt opgestuurd voor onderzoek. Hieruit bleek dat Q-koorts de endocarditis veroorzaakt had.
Q-koorts door zee- of sledehonden
De patiënt heeft waarschijnlijk Q-koorts opgelopen in het Ammassalik gebied, waar Isortoq onderdeel van is. Dit gedeelte van Groenland is tijdens de zomer alleen te bereiken via een helikopter of boot en tijdens de winter alleen per hondenslee of sneeuwscooter. Hoe kan iemand in zo’n afgelegen gebied Q-koorts oplopen?
Aangezien er geen rauwe melk verkrijgbaar is, moet de patiënt Q-koorts opgelopen hebben door contact met besmette dieren. Alleen zijn de dichtstbijzijnde schapen, paarden en muskusossen meer dan 1.000 kilometer verderop te vinden.
Om een infectieziekte in stand te houden, is een groep dieren van een bepaalde omvang nodig. De enige dieren in dit gedeelte van Groenland die aan deze eis voldoen, zijn slede- en zeehonden. Hoogstwaarschijnlijk heeft één van deze twee diersoorten de patiënt besmet met Q-koorts. Chronische Q-koorts van een zee- of sledehond, je zal het maar hebben.
Geiten, koeien, kamelen; welke dieren kunnen eigenlijk Q-koorts bij zich dragen?
Vaak wordt er gedacht dat Q-koorts overgedragen wordt door besmette schapen en geiten, maar, zoals dit onderzoek laat zien, komt dit ook in andere diersoorten voor. Zo is de Coxiella bacterie, die Q-koorts veroorzaakt, ook gevonden in rendieren, kangoeroes en kamelen. In Nederland zijn reeën en melkkoeien een bekende voorbeeld van diersoorten die de Coxiella bacterie bij zich kunnend dragen. Gelukkig pasteuriseren we de melk. Voor bepaalde beroepen en hobby’s zoals jagen is Q-koorts dus nog steeds een reëel risico, ook al is de epidemie voorbij.
Innatoss is van mening dat het risico, voor bijvoorbeeld agrarische scholieren, nog beter onderzocht kan worden. Naast het begrijpen van de risico’s, zou een Q-koortsvaccin een bijdrage aan de bescherming geven. Daarom werkt Innatoss mee aan Q-VaxCelerate, een Amerikaans project onder leiding van het bekende Massachusetts General Hospital, om tot een goed vaccin te komen.