Q-koorts houdt de mensen bezig
Woensdag om 7 uur de deur uit. Niet echt fijn voor een avondmens, maar de kans om bij Omroep Brabant iets te vertellen over ons Q-koorts onderzoek sla ik natuurlijk niet af. Geen file, dus ruim op tijd in Eindhoven. Na even wachten is het zo ver: een live interview. Dat blijft altijd spannend, want je kunt na afloop niet zeggen dat het eigenlijk een beetje anders bedoeld was. Er was gelukkig geen reden voor. Leuke presentatoren en de kans gekregen om te vertellen waar het om gaat. Na afloop bedacht ik wel dat de boodschap dat we voor ons onderzoek mensen nodig hebben die in 2011 gevaccineerd zijn, niet duidelijk genoeg was.
De rest van de dag werd de nodig aandacht aan het interview geschonken. Verschillende media die meer informatie wilden. Op Facebook en Twitter nog een keer laten weten dat we mensen zoeken die in 2011 gevaccineerd zijn. Op sociale media komen de tegenstellingen in onze maatschappij het duidelijkst naar voren. Eerst de groep volgers die het ondernemerschap van Innatoss waardeert en waar we keer op keer zien dat de innovaties van Innatoss herkend en gewaardeerd worden. Dan de groep die begaan is met het lot van Q-koortspatiënten en die ons ondersteunt om het onderzoek verder te trekken.
En dan vanochtend een groep enorme optimisten onder leiding van een bekende politica, die een Q-koorts vaccin niet nodig vinden omdat je “alles voorkomt als je ophoudt met bio-industrie”. Het doet me denken aan de mensen die denken dat je niets aan diagnostiek voor Lyme hoeft te doen, omdat je alle tekenbeten (1,5 miljoen per jaar in Nederland) moet en kunt voorkomen.
Ik heb even moeten nadenken of ik moest lachen of huilen. Eerst hartelijk gelachen om het feit dat Innatoss (een minibedrijf met 12 medewerkers, 2 kantoren en 1 lab) als “farmaceut” bestempeld wordt. Dat was een compliment. Ook hartelijk gelachen om mensen die denken dat je rijk wordt van onderzoek en ontwikkeling op het gebied van Q-koorts.
Minder hard gelachen om de mensen die serieus denken dat vaccins niet nodig zijn als je de bio-industrie stopt. Q-koorts komt overal voor. In Australië (Q-koortsland nummer 1) is geen sprake van bio-industrie, in het Midden Oosten waar de militairen naar toe gaan waar ons vaccin voor ontwikkeld wordt, is geen sprake van bio-industrie. En geen bio-industrie in Afrika, waar 10% van de kinderen met koorts, Q-koorts blijkt te hebben en in zuidelijke Europese landen waar toeristen ziek worden van loslopende kuddes met besmette dieren. En ook in Nederland komt de Q-koorts bacterie overal in het milieu voor. Sommige patiënten zijn ziek geworden van wilde dieren, dierenartsen worden besmet door het werken met koeien.
En huilen was ook nodig, omdat er zo weinig beseft wordt dat bescherming van mensen tegen deze ziekte nodig is. Juist in Nederland weten we dat mensen 10 jaar na de uitbraak nog steeds niet beter zijn, dat ongemerkte besmetting tot chronische infectie kan leiden waar je dood aan kunt gaan. Natuurlijk moet je ook andere preventieve maatregelen nemen. Zo is de uitstoot van bacteriën in Nederland gestopt door vaccinatie van geiten. De zorg van de boeren is dat de geiten elk jaar weer ziek van de inenting worden. Hebben die geiten geen recht op een beter vaccin zonder bijwerkingen? En wat is er op tegen om mensen die in hun beroep een groter risico lopen doordat ze direct met dieren in aanraking komen te beschermen tegen deze rotziekte. Iedere werkgever in de zorg is verplicht om medewerkers te vaccineren tegen Hepatitis B. Waarom zou je dat in de agrifood sector niet doen met Q-koorts. Ik heb inmiddels zo veel mensen met Q-koorts ontmoet dat ik 100% zeker weet: dat wens je helemaal niemand toe. Alles wat je kunt doen aan preventie, is nodig. Gelukkig realiseert de Amerikaanse overheid zich dat.