De dag van Kim Plaum
Van Texel tot Zuid-Limburg kennen groen- en plantsoenmedewerkers haar gezicht. Kim Plaum legt overal uit wat de Jaarlijkse Lyme Screening (JLS) inhoudt, en overtuigt meer dan negentig procent van de luisteraars om mee te doen. Hoe doet ze dat?
Van half oktober tot eind januari is haar auto haar kantoor. Kim: “Dan starten we weer met een nieuw JLS-seizoen en ben ik voortdurend op pad om presentaties te geven. Maar in de periode februari tot en met juni doen we 0-metingen bij nieuwe klanten. Ook dan zit ik veel op de weg. Eigenlijk rij ik gewoon heel veel kilometers: zo’n 35.000 per jaar. Gelukkig heb ik geen moeite met autorijden!”
Afwisselend
Om 7 uur is Kim vaak al onderweg. “Of zelfs eerder, want veel klanten zitten in het noorden en oosten van het land, terwijl ik zelf tegen de Belgische grens aan woon. Uiteraard combineer ik bezoeken aan klanten zo veel mogelijk. De ene dag staan er vooral presentaties op de agenda, al dan niet gecombineerd met bloedprikken. De andere dag voer ik ook evaluatiegesprekken met klanten, heb ik een afspraak met een potentiële klant, of rij ik langs een klant voor alleen de bloedafname. Dat wisselt steeds.”
Klanten pakken de bloedafname verschillend aan. “Bij de één geef ik de presentatie en volgt de bloedafname direct. De ander wil medewerkers meer tijd geven om na te denken of ze willen meedoen. Dan prikken we een week of twee later pas bloed. Dat prikken doe ik trouwens niet zelf, ook al ben ik van huis uit verpleegkundige. Wel help ik mensen bij het invullen van de prikformulieren, bijvoorbeeld als ze laaggeletterd zijn.”
‘Wat zijn ze klein’
De presentatie over de JLS kan Kim na vijf seizoenen wel dromen. “Ik heb hem ooit zelf gemaakt, en pas de presentatie steeds een beetje aan bij nieuwe ontwikkelingen in het veld, of als ik merk dat iets nog beter of duidelijker kan. Maar de grote lijn blijft hetzelfde, en dat verhaal heb ik inmiddels een paar honderd keer verteld. Ik gebruik twee versies: de lange die dik een uur duurt voor groen- en plantsoenmedewerkers, en een kortere versie voor medewerkers van sociale werkplaatsen. Voor die doelgroep ga ik alleen in op de praktische vragen: wat zijn teken, hoe voorkom je tekenbeten en wat moet je doen als je gebeten bent.”
“Ik blijf het ontzettend leuk vinden om de presentaties te geven, elke keer weer. De doelgroep bestaat voornamelijk uit mannen die buiten werken. Die moet ik wakker zien te houden, terwijl de stof best taai is. Daarom zorg ik voor afwisseling. Ik neem teken mee op sterk water, want het blijft mensen verbazen hoe klein ze kunnen zijn. En tussendoor stel ik vragen, zodat er een gesprek op gang komt. Soms kent een deelnemer een Lyme-patiënt die veel klachten heeft als gevolg van de ziekte. Dan is meteen weer duidelijk waarom die screening zo belangrijk is, en waarom mijn werk ertoe doet.”
Presentaties met humor
Complimenten krijgt Kim vaak over de humor die ze in haar verhaal weet te stoppen. “Dan zeggen ze: ‘we hebben gelachen én we snappen het verhaal’. Dat snappen is uiteraard heel belangrijk. Maar ik vind het een nog groter compliment dat meer dan negentig procent van de mensen na de presentatie besluit om mee te doen aan de screening.”
Ook in de gesprekken met deelnemers die een behandeladvies kregen, merkt Kim hoe waardevol haar werk is. “Als zij me weer zien, spreken ze me haast altijd aan. Dan vertellen ze hoeveel beter ze zich zijn gaan voelen, en hoe blij ze zijn dat ze hebben meegedaan.”
Gelukkig moet de hond uit
Als Kim thuiskomt – in de regel nooit voor half zeven – zit haar werkdag er nog niet op. “Want dan zit mijn mailbox nog bomvol, en ik probeer mensen binnen 24 uur te antwoorden. Gelukkig heb ik een hond. Die moet naar buiten, en voor mij geldt hetzelfde; door buiten te wandelen, maak ik mijn hoofd leeg. Soms betrap ik me erop dat ik steeds denk ‘niet in het gras lopen, op de paden blijven’. Tja, dat is beroepsdeformatie vrees ik.”